Voor de volgende zorgactiviteiten gelden specifieke omschrijvingen en/of aanvullende registratievoorwaarden.
1. Polikliniekbezoek (190007, 190008, 190013 en 190060)
Bij een ‘eerste polikliniekbezoek’ (190007 en 190060) en bij een ‘herhaal-polikliniekbezoek’ (190008 en 190013) is sprake van:
-
• face-to-face contact tussen patiënt en poortspecialist, SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, interventieradioloog, klinisch geneticus, arts-assistent, verpleegkundig specialist, physician assistant of klinisch technoloog en;
-
• ‘hulp door of vanwege het ziekenhuis’, waarbij de locatie (polikliniekbezoek, SEH, buitenpolikliniek, verpleeghuis, thuissituatie) tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder overeengekomen wordt.
De volgende zorgactiviteiten worden niet aangemerkt als een polikliniekbezoek:
-
• medische keuring;
-
• intercollegiaal consult;
-
• medebehandeling van een patiënt;
-
• overname van een klinische patiënt;
-
• intake gesprek voor een (klinische) opname;
-
• uitvoeren van een vooraf ingeplande verrichting zonder een consult;
-
• consult of spreekuur met patiënten;
-
• diagnostiek (zoals laboratorium- of röntgenonderzoeken) op verzoek van derden (bijvoorbeeld huisarts);
Een polikliniekbezoek is één bezoek, ongeacht de tijdsduur en de inhoud. Bij meerdere polikliniekbezoeken op één kalenderdag dient er sprake te zijn van afzonderlijke (niet aansluitende) polikliniekbezoeken. Als er meerdere zorgvragen worden besproken tijdens één polikliniekbezoek door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, wordt slechts één polikliniekbezoek vastgelegd. Als meerdere zorgvragen worden besproken tijdens één polikliniekbezoek door meerdere beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren van verschillende medisch specialismen, is het toegestaan dat elke beroepsbeoefenaar een eigen polikliniekbezoek registreert.
Een polikliniekbezoek wordt niet tijdens een dagverpleging, langdurige observatie zonder overnachting, verpleegdag of klinische zorgdag in de thuissituatie (klinische opname) geregistreerd, tenzij er sprake is van een herhaal-polikliniekbezoek voor een ander specialisme tijdens een niet geplande klinische opname, dat vóór de opname al is ingepland.
2. Eerste polikliniekbezoek (190007 en 190060)
Een polikliniekbezoek waarbij een patiënt voor de eerste keer voor een nieuwe zorgvraag een poortspecialist, SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, interventieradioloog, klinisch geneticus, arts-assistent, verpleegkundig specialist, physician assistant of klinisch technoloog consulteert.
Deze raadpleging is gericht op het vaststellen van een diagnose en het geheel van maatregelen dat moet worden genomen om een veronderstelde of bestaande ziekte en de bijbehorende gezondheidsklacht(en) te behandelen.
Een zorgtraject bevat maximaal één eerste polikliniekbezoek, tenzij tijdens een lopend zorgtraject een nieuwe (separate) zorgvraag besproken wordt, waarvoor –op grond van andere (registratie)bepalingen uit deze regeling– het openen van een parallel zorgtraject niet mogelijk of toegestaan is. In dat geval kan een zorgtraject meerdere eerste polikliniekbezoeken bevatten.
3. Herhaal-polikliniekbezoek (190008 en 190013)
Een polikliniekbezoek waarbij een patiënt niet voor de eerste keer voor dezelfde zorgvraag een poortspecialist, SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, interventieradioloog, klinisch geneticus, arts-assistent, verpleegkundig specialist, physician assistant of klinisch technoloog consulteert. Deze raadpleging is gericht op het vaststellen en/of uitvoeren van maatregelen om een veronderstelde of bestaande ziekte en de bijbehorende gezondheidsklacht(en) te behandelen.
Een herhaal-polikliniekbezoek wordt in hetzelfde zorgtraject geregistreerd als waarin het eerste polikliniekbezoek heeft plaatsgevonden, tenzij dit– op grond van andere (registratie)bepalingen uit deze regeling– niet mogelijk is.
4. Screen-to-screen consult ter vervanging van een eerste polikliniekbezoek (190165)en screen-to-screen consult ter vervanging van een herhaal-polikliniekbezoek (190166)
Een consult waarbij een patiënt voor een zorgvraag een poortspecialist, SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, interventieradioloog, klinisch geneticus, arts-assistent, verpleegkundig specialist, physician assistant of klinisch technoloog consulteert middels een videoverbinding. Dit consult dient ter vervanging van een regulier face-to-face polikliniekbezoek en dient om die reden zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur te voldoen aan de voorwaarden die ook gelden voor het reguliere face-to-face polikliniekbezoek. Van dit consult vindt inhoudelijke verslaglegging plaats in het medisch dossier van de patiënt.
5. Belconsult ter vervanging van een eerste polikliniekbezoek (190164)en belconsult ter vervanging van een herhaal-polikliniekbezoek (190162)
Een consult waarbij een patiënt voor een zorgvraag een poortspecialist, SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, interventieradioloog, klinisch geneticus, arts-assistent, verpleegkundig specialist, physician assistant of klinisch technoloog consulteert middels een belverbinding. Dit consult dient ter vervanging van een regulier face-to-face polikliniekbezoek en dient om die reden zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur te voldoen aan de voorwaarden die ook gelden voor het reguliere face-to-face polikliniekbezoek. Van dit consult vindt inhoudelijke verslaglegging plaats in het medisch dossier van de patiënt.
6. Schriftelijke consultatie ter vervanging van een eerste polikliniekbezoek (190167)en Schriftelijke consultatie ter vervanging van een herhaal-polikliniekbezoek (190163)
Een consult waarbij een patiënt voor een zorgvraag een poortspecialist, SEH-arts KNMG, anesthesist als pijnbestrijder, interventieradioloog, klinisch geneticus, arts-assistent, verpleegkundig specialist, physician assistant of klinisch technoloog schriftelijk consulteert (bijvoorbeeld e-mail of chat). Een schriftelijk consult dient ter vervanging van een regulier face-to-face polikliniekbezoek en dient om die reden zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur te voldoen aan de voorwaarden die ook gelden voor het reguliere face-to-face polikliniekbezoek. Dat betekent dat een consultatie uit meerdere schriftelijke informatie-uitwisselingen kan bestaan, maar dat deze per polikliniekbezoek dat het vervangt éénmaal mag worden vastgelegd. Van dit consult vindt inhoudelijke verslaglegging plaats in het medisch dossier van de patiënt.
7. Herhaalconsult door (medisch) vertegenwoordiger van een patiënt voor wie persoonlijke aanwezigheid een te grote verstoring van dagelijks functioneren en welzijn betekent (190065)
Een herhaalconsult waarbij de (medisch) vertegenwoordiger van de patiënt een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert consulteert. Reden hiervoor is dat de aanwezigheid van de patiënt bij het consult volgens de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert het dagelijks functioneren en welzijn van de patiënt ernstig zou verstoren. De consultatie heeft betrekking op een zorgvraag waarvoor de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert de patiënt eerder heeft gezien tijdens een polikliniekbezoek. Deze raadpleging is gericht op het vaststellen en/of uitvoeren van maatregelen om een veronderstelde of bestaande ziekte en de bijbehorende gezondheidsklacht(en) van de patiënt te behandelen. Dit consult kan op afstand plaatsvinden en een regulier herhaal-polikliniekbezoek door de (medisch) vertegenwoordiger vervangen. Bij een consult op afstand wordt zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur voldaan aan de voorwaarden die ook gelden voor het reguliere herhaal-polikliniekbezoek door de (medisch) vertegenwoordiger. Van dit consult vindt inhoudelijke verslaglegging plaats in het medisch dossier van de patiënt.
8. Groepsconsult tussen beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en patiënt waarbij meerdere patiënten aanwezig zijn (gezamenlijk medisch consult) (190040)
Dit gezamenlijk consult wordt gehouden in plaats van een regulier consult tussen de patiënt en de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert. Deze activiteit wordt niet naast een polikliniekbezoek of consult op afstand vastgelegd.
9. Uitgebreid consult ten behoeve van zorgvuldige afweging behandelopties, samen met patiënt en/of met zijn/haar vertegenwoordiger (190066)
Deze zorgactiviteit is bedoeld om 1) aan te geven dat een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en de patiënt en/of zijn/haar vertegenwoordiger in een gezamenlijk proces beslissingen hebben genomen over gezondheids- en behandeldoelen op basis van een samen beslismodel en 2) om aan te geven dat hier substantieel meer tijd aan is besteed dan aan een regulier consult.
De zorgactiviteit wordt alleen geregistreerd indien sprake is van een consult dat minimaal tweemaal de standaardconsulttijd in beslag neemt die voor het betreffende specialisme gebruikelijk is voor een poliklinisch consult of voor een consult op de verpleegafdeling.
Deze activiteit wordt naast een (herhaal)polikliniekbezoek (190007, 190008, 190013, 190060, 190065), screen-to-screenconsult (190165, 190166), verpleegdag (190200, 190218, 194804) of klinische zorgdag in de thuissituatie (190228) vastgelegd.
10. Consultatie van familie, naasten, huisarts of verwijzer van de patiënt t.b.v. consultatieve psychiatrie (190024)
Deze consultatie:
-
• wordt uitgevoerd door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert binnen de consultatieve psychiatrie;
-
• vindt plaats op verzoek van een ander specialisme dan de consultatieve psychiatrie;
-
• vindt face-to-face, screen-to-screen of door middel van een belverbinding plaats;
-
• indien uitgevoerd op afstand, dient zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur te voldoen aan de voorwaarden die ook gelden voor het face-to-face consult.
11. Hartteambespreking (039679)
Een bespreking van een patiënt in een instelling met een Wbmv-vergunning voor cardiochirurgie en/of interventiecardiologie, waarbij de gegevens van de patiënt via tertiaire verwijzing worden aangeboden, met als doel te beoordelen welke patiënt welke ingreep moet ondergaan. Het gaat om een patiënt die niet onder behandeling is bij het specialisme waar de patiënt besproken wordt. Het betreft een multidisciplinair overleg met twee of meer van de volgende specialismen: cardiochirurgie, interventiecardiologie en elektrofysiologie. Per bespreking wordt deze zorgactiviteit eenmaal per specialisme geregistreerd. Bij interne verwijzingen wordt deze zorgactiviteit niet geregistreerd.
Alleen als de gegevens van de patiënt via tertiaire verwijzing worden aangeboden én de patiënt niet onder behandeling is of komt bij het betreffend(e) poortspecialisme(n) (cardiologie en/of thoraxchirurgie), leidt de zorgactiviteit tot een declarabel dbc-zorgproduct. Als er wel tot behandeling wordt overgegaan wordt de zorgactiviteit geregistreerd in het subtraject voor de interventie.
12. Longteambespreking (039580)
Een bespreking van een patiënt in een instelling met een Wbmv-vergunning voor cardiopulmonale chirurgie, waarbij de gegevens van de patiënt via tertiaire verwijzing worden aangeboden, met als doel te beoordelen welke patiënt welke ingreep moet ondergaan. Het gaat om een patiënt die niet onder behandeling is bij het specialisme waar de patiënt besproken wordt. Het betreft een multidisciplinair overleg met de volgende specialismen: cardiopulmonale chirurgie en longgeneeskunde. Per bespreking wordt deze zorgactiviteit eenmaal per specialisme geregistreerd. Bij interne verwijzingen wordt deze zorgactiviteit niet geregistreerd.
Alleen als de gegevens van de patiënt via tertiaire verwijzing worden aangeboden én de patiënt niet onder behandeling is of komt bij het poortspecialisme cardiopulmonale chirurgie, leidt de zorgactiviteit tot een declarabel dbc-zorgproduct. Als er wel tot behandeling wordt overgegaan wordt de zorgactiviteit geregistreerd in het subtraject voor de interventie.
13. Multidisciplinair overleg (190005)
Een overleg tussen minimaal drie beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren of ondersteunende specialisten werkzaam voor minimaal drie verschillende medisch specialismen. Tijdens dit overleg wordt de diagnostiek en het behandelplan van één patiënt besproken en vastgelegd. Deze activiteit wordt door iedere betrokken beroepsbeoefenaar vastgelegd en maakt deel uit van het zorgtraject van de bijbehorende zorgvraag. Per multidisciplinair overleg wordt deze zorgactiviteit maximaal eenmaal per specialisme geregistreerd.
14. Overleg palliatieve zorg (190006)
Een bespreking van de palliatieve zorg van een patiënt door een palliatief team. Het palliatief team bestaat uit:
-
• tenminste twee poortspecialisten van verschillende specialismen, of
-
• één poortspecialist en één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert. De beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert betreft een ander specialisme dan het specialisme van de poortspecialist en heeft middels opleiding aantoonbare expertise in pijn/palliatieve zorg.
-
• in het geval van palliatieve zorg voor kinderen bestaat het team palliatieve zorg tenminste uit één poortspecialist met speciale expertise/aanvullende scholing op het gebied van de kinderpalliatieve zorg en een coördinerend verpleegkundige.
Deze zorgactiviteit mag door elk teamlid dat bij het overleg betrokken is worden vastgelegd in het zorgtraject van de palliatieve zorgvraag
15. Consult door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en lid is van het team palliatieve zorg (190067)
Consult tussen een patiënt en een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en onderdeel uitmaakt van het team palliatieve zorg. Voor dit consult mag alleen de 190067 worden vastgelegd.
16. Multidisciplinair consult (190010)
Een polikliniekbezoek of consult op afstand, waarbij sprake is van contact tussen patiënt en minimaal twee beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren of ondersteunende specialisten van verschillende medisch specialismen. Deze activiteit wordt door iedere betrokken beroepsbeoefenaar vastgelegd en maakt deel uit van het zorgtraject van de behandelaar verantwoordelijk voor deze zorgvraag. De behandelaar verantwoordelijk voor deze zorgvraag mag naast deze activiteit een polikliniekbezoek of consult op afstand vastleggen. Per multidisciplinair consult wordt deze zorgactiviteit slechts eenmaal per specialisme geregistreerd.
17. Spoedeisende hulp contact op de SEH-afdeling (190015)
Een face-to-face contact tussen een patiënt en poortspecialist, SEH-arts KNMG, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant in het kader van een acute zorgvraag op de spoedeisende hulp. Deze activiteit mag naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.
18. Spoedeisende hulp contact buiten de SEH, elders in het ziekenhuis (190016)
Een face-to-face contact tussen een patiënt en poortspecialist, SEH-arts KNMG, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant in het kader van een acute zorgvraag op een andere afdeling dan de spoedeisende hulp. Deze activiteit mag naast een polikliniekbezoek worden vastgelegd.
19. Intercollegiaal consult (icc) (190119)en intercollegiaal consult– revalidatie (190814)
Een diagnostisch of screenend contact tussen een patiënt en een medisch specialist, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant die de poortfunctie uitvoert, van een ander medisch specialisme, tijdens een periode van verblijf. Dit contact vindt plaats op verzoek van een medisch specialist, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant, die verantwoordelijk is voor de behandeling van deze patiënt tijdens de periode van verblijf.
Voor deze periode van verblijf is minimaal één van de volgende zorgactiviteiten geregistreerd: verpleegdag, klinische zorgdag in de thuissituatie, ic-dag (ook NICU of PICU), verblijfsdagen ggz op een PAAZ of PUK, intensieve niet-electieve en langdurige kindergeneeskundige zorg met thuisovernachting, langdurige observatie zonder overnachting of dagverpleging.
Een icc op afstand dient ter vervanging van een face-to-face contact en dient om die reden zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur te voldoen aan de voorwaarden die ook gelden voor reguliere face-to-face contacten. Van dit contact vindt inhoudelijke verslaglegging plaats in het medisch dossier van de patiënt.
20. Medebehandeling (190117)
Behandeling van een patiënt door een medisch specialist, arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant die de poortfunctie uitvoert, op verzoek van een ander medisch specialisme tijdens een periode van verblijf voor dat specialisme. De medebehandeling kan zowel betrekking hebben op de zorgvraag waarvoor de patiënt reeds in behandeling is als op een nieuwe zorgvraag. Deze zorgactiviteit wordt per contact met de patiënt vastgelegd.
Voor deze periode van verblijf is minimaal één van de volgende zorgactiviteiten geregistreerd: verpleegdag, klinische zorgdag in de thuissituatie, ic-dag (ook NICU of PICU), verblijfsdagen ggz op een PAAZ of PUK, intensieve niet-electieve en langdurige kindergeneeskundige zorg met thuisovernachting, langdurige observatie zonder overnachting of dagverpleging.
Een medebehandeling op afstand dient ter vervanging van een face-to-face contact en dient om die reden zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur te voldoen aan de voorwaarden die ook gelden voor reguliere face-to-face contacten. Van dit contact vindt inhoudelijke verslaglegging plaats in het medisch dossier van de patiënt.
21. Second opinion van een diagnose, behandeladvies of behandeling (190022)
Een contact waarbij de patiënt een tweede onafhankelijke beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert consulteert, ter beoordeling van een gestelde diagnose, behandeladvies of behandeling. De geconsulteerde beroepsbeoefenaar is werkzaam binnen hetzelfde specialisme/vakgebied in een andere instelling of als solist. De second opinion (190022) wordt naast een andere zorgactiviteit geregistreerd.
22. Gestructureerd landelijk neonataal follow-up protocol van NICU-populatie (190049)
Een polikliniekbezoek in het kader van protocol neonatologie (langdurige nacontrole van een neonaat met een NICU-voorgeschiedenis), waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen patiënt en de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, in het kader van langdurige nacontrole van een neonaat met een NICU voorgeschiedenis. Naast deze activiteit wordt geen polikliniekbezoek geregistreerd.
23. Gestructureerd landelijk pediatrisch follow-up protocol van PICU-populatie (190029)
Een polikliniekbezoek in het kader van het pediatrisch follow-up protocol (langdurige nacontrole van een kind met een PICU-voorgeschiedenis), waarbij sprake is van een face-to-face contact tussen patiënt en de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert, in het kader van langdurige nacontrole van een kind met een PICU voorgeschiedenis. Naast deze activiteit wordt geen polikliniekbezoek geregistreerd.
24. Comprehensive Geriatric Assessment (CGA) (039577, 039579 en 039581)
Het Comprehensive Geriatric Assessment omvat diagnostische en therapeutische aspecten conform de richtlijn CGA door de Nederlandse vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG). Zorgactiviteit 039577 kan naast een polikliniekbezoek of consult op afstand (mits in overeenstemming met de richtlijn) worden vastgelegd. Zorgactiviteit 039579 wordt vastgelegd nadat eerder in hetzelfde zorgtraject een CGA is geregistreerd. Zorgactiviteit 039581 mag alleen worden vastgelegd tijdens een klinische opname.
25. Dagverpleging (190030 en 190090)
Een aantal uren durende vorm van verpleging óf vorm van verpleging én behandeling, in het algemeen voorzienbaar en noodzakelijk in verband met het op dezelfde dag plaatsvinden van een medisch specialistisch(e) onderzoek of behandeling waarbij de verpleging plaatsvindt op een voor dagverpleging ingerichte afdeling. Er wordt maximaal één dagverpleging per specialisme per kalenderdag vastgelegd. Een dagverpleging wordt niet op dezelfde kalenderdag als een verpleegdag of klinische zorgdag in de thuissituatie geregistreerd.
26. Langdurige observatie zonder overnachting (190091)
Een niet geplande vorm van verpleging, met als doel observatie van de patiënt, op een voor verpleging ingerichte afdeling. Elke observatie omvat ten minste een systematische controle van de conditie van de patiënt op bepaalde parameters zoals bewustzijn, bloeddruk of lichaamstemperatuur. Deze controles vinden bij herhaling respectievelijk meerdere keren met tussenpozen plaats. Het doel van de observatie is het bepalen van het verdere medische beleid en is te herleiden uit het medisch dossier. Een langdurige observatie duurt minimaal vier aaneengesloten uren.
Een langdurige observatie zonder overnachting wordt niet op dezelfde kalenderdag als een dagverpleging, verpleegdag of klinische zorgdag in de thuissituatie (klinische opname) geregistreerd.
27. Intensieve, niet-electieve en langdurige kindergeneeskundige zorg met thuisovernachting (190296)
Intensieve, niet-electieve en langdurige kindergeneeskundige zorg met thuisovernachting (190296) wordt vastgelegd onder de volgende voorwaarden:
-
• Er is sprake van een opname van minimaal 6uur op een voor verpleging ingerichte afdeling.
-
• Er sprake van continue verpleegkundige zorg.
Van deze voorwaarden mag worden afgeweken als hierover een contractuele overeenstemming is tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar.
28. Klinische opname (190021)
De aanvang van een verblijf in een erkende instelling op een voor verpleging ingerichte afdeling, waarvoor één of meer verpleegdagen of klinische zorgdagen in de thuissituatie worden geregistreerd. Bij een onderbreking van de opnameduur (bijvoorbeeld door (een) afwezigheidsdag(en) of door ontslag en heropname op dezelfde kalenderdag) wordt slechts één ‘klinische opname’ (190021) geregistreerd. Interne verplaatsingen worden niet als nieuwe opnamen gerekend.
Overplaatsing naar een ander ziekenhuis kan wel als een nieuwe opname voor het opnemende ziekenhuis worden gerekend.
29. Verpleegdag (190200, 190218, 194804 en 231902)
Een verpleegdag is een te registreren kalenderdag bij verpleging op een voor verpleging ingerichte afdeling, die deel uitmaakt van een periode van verpleging (welke minimaal één overnachting omvat). Deze periode loopt vanaf de opname tot en met ontslag, waarbij de dag van opname (mits deze heeft plaatsgevonden vóór 20.00uur) en de dag van ontslag beide aangemerkt worden als een te registreren kalenderdag.
De voorwaarde ‘overnachting’ geldt niet bij:
-
• een definitieve klinische overname door een andere instelling in Nederland of het buitenland die zorg levert zoals genoemd in artikel 3 (Reikwijdte), eerste en tweede lid, van deze regeling, waarbij die overname plaatsvindt op dag van of de dag na opname in de initiële instelling;
-
• overlijden van de patiënt op dag van of de dag na opname.
Een verpleegdag mag niet geregistreerd worden wanneer een patiënt voor 20:00uur overgeplaatst wordt naar een klinische setting in de thuissituatie.
30. Verpleegdag instelling voor geriatrische revalidatiezorg bij ziekenhuisindicatie (190089)
Registratie-eenheid voor een verpleegdag in een instelling voor geriatrische revalidatiezorg bij een ziekenhuisindicatie. Deze zorgactiviteit wordt vastgelegd indien een patiënt in een instelling voor geriatrische revalidatiezorg verblijft, maar de overdracht van de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert naar de specialist ouderengeneeskunde nog niet heeft plaats gevonden. De instelling voor medisch-specialistische zorg registreert deze zorgactiviteit naast een reguliere verpleegdag als onderdeel van het medisch-specialistische behandeltraject.
31. Afwezigheidsdag (190034 en 194809)
Indien geen sprake is van definitief ontslag wordt de kalenderdag volgend op de nacht waarin de patiënt niet in het ziekenhuis/verpleeghuis verblijft aangemerkt als afwezigheidsdag, met uitzondering van klinische overplaatsing naar de thuissituatie. Het betreft een geplande afwezigheid van ten hoogste drie afwezigheidsdagen. Het is niet toegestaan om voor één kalenderdag zowel een afwezigheidsdag als een verpleegdag te registreren.
Afwezigheidsdagen (190034) volgend op een preoperatieve screening worden niet als afwezigheidsdag (of verpleegdag) aangemerkt. Indien geen terugkeer naar de instelling plaatsvindt tijdens of na afwezigheidsdagen vervalt de mogelijkheid om hiervoor een afwezigheidsdag te registreren.
32. Ambulante behandeldag grz (194805)
Een controlebezoek of een beperkt aantal uren durende vorm van (groeps-)behandeling in een zorginstelling, waarbij de patiënt geen gebruik maakt van verblijfsfaciliteiten. De ambulante behandeldag is gepland en noodzakelijk in het kader van het revalidatiebehandelplan van de specialist ouderengeneeskunde. De behandeling vindt plaats in aansluiting op een intramurale opname of dagbehandeling.
Per dag dat de patiënt ambulant wordt behandeld, wordt één zorgactiviteit ambulante behandeldag grz geregistreerd. Naast de ambulante behandeldag wordt de patiëntgebonden behandeltijd van minimaal twee verschillende behandeldisciplines vastgelegd. Indien op de betreffende dag geen behandeling plaatsvindt door twee of meer verschillende behandeldisciplines wordt de zorgactiviteit niet geregistreerd.
33. Patiëntgebonden behandeltijd (190877 t/m 190977 en 194815 t/m 194842)
De directe en indirecte patiëntgebonden behandeltijd voor een (medisch-specialistische of geriatrische) revalidant, in het kader van een op te stellen (uit te voeren) behandelplan voor een revalidant. Onder revalidant kan eveneens worden verstaan een persoon die de patiënt vertegenwoordigt, bijvoorbeeld een lid van het patiëntsysteem (partner, familie et cetera). De patiëntgebonden behandeltijd wordt per tijdseenheid van 5minuten door de behandelaar vastgelegd. De behandeltijd mag naast de zorgactiviteiten die de behandelsetting weergeven worden geregistreerd.
Directe patiëntgebonden behandeltijd betreft patiëntgerichte behandeltijd die voortvloeit uit het behandelplan, waarbij de patiënt aanwezig is. Onder directe behandeltijd vallen de multidisciplinaire patiëntbesprekingen die voor het behandelplan worden uitgevoerd en waarbij de patiënt of het patiëntsysteem aanwezig is én alle overige (planbare) directe behandeltijd. Directe behandeltijd wordt geregistreerd door de beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert en alle peri-/paramedische behandeldisciplines. De klinisch verpleegkundigen registreren alleen directe behandeltijd bij specifieke activiteiten die niet vallen onder het normaal klinisch handelen (190877 t/m 190880 en 194837 t/m 194842). Bij zorg op afstand binnen de (medisch-specialistische of geriatrische) revalidatiezorg, mag alleen directe behandeltijd worden geregistreerd als het behandelen betreft in het kader van een (op te stellen/ uit te voeren) behandelplan.
Indirecte patiëntgebonden tijd binnen de medisch-specialistische revalidatiezorg wordt vanaf tien minuten per dag geregistreerd. Beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren registreren in het kader van medisch specialistische revalidatiezorg geen indirecte tijd.
Bij een groepsbehandeling moet de bestede tijd van de behandelaar verdeeld worden over het aantal deelnemers aan de groepsbehandeling. Er kunnen ook meerdere behandelaars betrokken zijn. In dat geval wordt de bestede tijd per soort behandelaar als volgt toegerekend aan de betrokken patiënten: (aantal behandelaars betreffende discipline * duur groepsbehandeling)/aantal deelnemers groepsbehandeling).
34. Afrondingsregel MSRZ (190877 t/m 190977) en GRZ (194815 t/m 194842)
Voor deze zorgactiviteiten is de afrondingsregel van toepassing. Per toegestane discipline zijn zorgactiviteiten gedefinieerd op basis van tijdseenheden van vijf minuten. De officiële afrondingsregel bij tijdsregistratie per vijf minuten is:
-
• minder dan de helft van het verschil tussen twee opeenvolgende stappen: naar beneden afronden;
-
• gelijk of meer dan de helft: naar boven afronden.
Als sprake is van een tijdsbesteding van minder dan vijf minuten, dan wordt hiervoor geen zorgactiviteit vastgelegd.
35. Coördinatie bij hart- of longrevalidatie (039898)
Deze zorgactiviteit betreft een multidisciplinair overleg tussen een cardioloog of longarts en één of meer andere beroepsbeoefenaren die de poortfunctie uitvoeren. Deze zorgactiviteit wordt eenmaal per overleg vastgelegd in het subtraject dat wordt uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van een cardioloog of longarts.
36. Intakecontact ten behoeve van hartrevalidatie (193126)
Individuele intake voor enkel- of meervoudige hartrevalidatie, bestaande uit een intakegesprek en een inspanningstest.
37. Informatiemodule (193127)
Informatiemodule voor het enkel- of meervoudige hartrevalidatie/longrevalidatie programma. De module bestaat uit vier informatiesessies door respectievelijk een cardioloog/longarts, een psycholoog, een diëtist en een maatschappelijk werker of verpleegkundige, voor een groep patiënten.
38. Behandelmodule FIT met minder dan tien sessies (193128) of (meer dan) tien sessies (193129)
De bewegingsmodule FIT van het enkel- of meervoudige longrevalidatieprogramma bestaat uit een aantal sessies van ieder minimaal vijf kwartier onder begeleiding van minimaal twee fysiotherapeuten met optionele inspanningstest.
39. Behandelsessie FIT– in het kader van FIT module hartrevalidatie (193140)
De behandelsessie FIT van het hartrevalidatieprogramma bestaat uit een groepssessie van minimaal 1uur, waarbij minimaal één erkend HR fysiotherapeut per vijf patiënten aanwezig is. Bij groepen groter dan vijf patiënten is, naast minimaal één erkend HR-fysiotherapeut, per vijf extra patiënten minimaal één erkende zorgprofessional van het multidisciplinaire behandelteam aanwezig.
Een sessie kan ook de vorm hebben van individuele begeleiding (op afstand). In dat geval bestaat de sessie uit individuele instructie en begeleiding van een individuele patiënt m.b.t. een buiten de reguliere hartrevalidatie-setting uitgevoerd deel van het hartrevalidatieprogramma. Een sessie bestaat hierbij uit één of meerdere gesprekken (op afstand) van (opgeteld) minimaal 12minuten door een erkend HR-fysiotherapeut van het behandelteam. De inhoudelijke aspecten, het aantal sessies en overige kwalitatieve en kwantitatieve randvoorwaarden, voldoet aan de betreffende richtlijnen, zoals opgesteld door de wetenschappelijke vereniging.
40. Behandelsessie PEP– in het kader van PEP module hartrevalidatie (193141)
De behandelsessie PEP van het hartrevalidatieprogramma bestaat uit een sessie van twee uur in groepsverband en is gericht op gedragsverandering en het verbeteren van emotioneel welbevinden. Indien de sessie gericht is op gedragsverandering voor één van de BRAVO-thema's (Bewegen, Roken, Alcohol & drugs, Voeding, Ontspanning), dan geschiedt begeleiding door een daartoe geschoolde deskundige op het gebied van gedragsverandering en motivational interviewing en onder supervisie van een BIG-geregistreerd psycholoog. Indien de PEP-sessie zich richt op een angst- en/of depressieve stoornis is een BIG-geregistreerd psycholoog direct betrokken.
Een sessie kan ook de vorm hebben van individuele begeleiding (op afstand). In dat geval bestaat de sessie uit één of meerdere gesprekken (op afstand) met een patiënt van (opgeteld) minimaal 30minuten door een geschoolde deskundige van het behandelteam en onder supervisie van een BIG-geregistreerd psycholoog. De inhoudelijke aspecten, het aantal sessies en overige kwalitatieve en kwantitatieve randvoorwaarden, voldoet aan de betreffende richtlijnen, zoals opgesteld door de wetenschappelijke vereniging.
41. Initiële screening voorbereidend onderzoek orgaantransplantatie ontvanger (039180)
Deze zorgactiviteit mag door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert binnen één instelling die de voorbereidende onderzoeken uitvoert eenmaal per ontvanger per beoogde wachtlijstplaatsing worden vastgelegd op de dag van het eerste face-to-face contact met de ontvanger in het kader van deze fase.
42. Initiële screening besluitvormend orgaantransplantatie ontvanger (039181)
Deze zorgactiviteit mag per ontvanger eenmaal per beoogde wachtlijstplaatsing per transplantatie worden vastgelegd door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in één transplantatiecentrum die de beoordeling en besluitvorming uitvoert binnen de initiële screening van de ontvanger.
43. Screening patiënten wachtlijst orgaantransplantatie ontvanger (039191)
Deze zorgactiviteit mag per transplantatie eenmaal per 120dagen dat de ontvanger op de wachtlijst staat worden vastgelegd door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in één transplantatiecentrum die de periodieke controles uitvoert.
44. Operatieve fase orgaantransplantatie ontvanger (039192)
Deze zorgactiviteit mag per ontvanger eenmaal per transplantatieoperatie worden vastgelegd door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in het transplantatiecentrum.
45. Nazorg hart- en/of longtransplantatie (039394 t/m 039396)
Deze zorgactiviteit wordt vastgelegd door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in een instelling.
46. Nazorg met specifieke controles orgaantransplantatie ontvanger exclusief nazorg hart- en/of longtransplantatie ontvanger (039351)
Deze zorgactiviteit wordt in het eerste jaar van de nazorg na de transplantatie binnen maximaal drie subtrajecten per transplantatie vastgelegd door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in één transplantatiecentrum.
47. Nazorg regulier orgaantransplantatie ontvanger exclusief nazorg hart- en/of longtransplantatie ontvanger (039350)
Deze zorgactiviteit wordt vastgelegd door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert binnen één instelling. Deze activiteit wordt niet geregistreerd als er gelijktijdig nazorg wordt geleverd in het transplantatiecentrum (zorgactiviteit 039351).
48. Initiële screening voorbereidend onderzoek orgaantransplantatie donor (039182)
Deze zorgactiviteit wordt per donor per beoogde orgaanuitname door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in één instelling vastgelegd op de dag van het eerste face-to-face contact in het kader van de orgaantransplantatieprocedure.
49. Initiële screening besluitvormend orgaantransplantatie donor (039183)
Deze zorgactiviteit wordt vastgelegd per donor per beoogde orgaanuitname door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in één transplantatiecentrum die de beoordeling en besluitvorming uitvoert voor de initiële screening van de donor in het kader van de orgaantransplantatieprocedure.
50. Operatieve fase orgaantransplantatie donor (039193)
Deze zorgactiviteit wordt per donor eenmaal per orgaanuitname door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in één instelling, die de operatie uitvoert vastgelegd.
51. Nazorg regulier orgaantransplantatie donor (039352)
Deze zorgactiviteit wordt vastgelegd door één beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in één instelling.
52. Transplantatieteambespreking (039230)
Een bespreking van een ontvanger of donor in een instelling met een Wbmv-vergunning voor de transplantatiezorg door het multidisciplinaire transplantatieteam waarbij systematisch de diagnostiek en het behandelplan van één ontvanger of donor wordt besproken en vastgelegd en de besluitvorming ten aanzien van de transplantatiebehandeling plaats vindt. Deze activiteit wordt eenmaal per transplantatieteambespreking vastgelegd.
53. Expertise op afstand voor transplantatiezorg bij kinderen (192110)
Schriftelijk advies van een transplantatiecentrum aan een niet-transplantatiecentrum gericht op de beoordeling van uitslagen van de uitgevoerde onderzoeken of in te zetten behandeling. Dit advies wordt geregistreerd als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-
• de patiënt is onder behandeling bij het transplantatiecentrum;
-
• er is sprake van een tijdsbesteding van minimaal 30minuten direct patiëntgebonden tijd;
-
• uit het medisch dossier is herleidbaar welke uitslagen zijn beoordeeld of over welke behandelopties is geadviseerd.
54. Selectie stamcellen verwante donor (039236, 039237)
Zorgactiviteiten voor selectie stamcellen van verwante donoren (039236, 039237) worden geregistreerd in het subtraject van de ontvanger.
55. Vervallen
56. Doorlopende opname tijdens stamceltransplantatiefase (198881, 198882, 198883, 198884, 198885)
Een zorgactiviteit ‘doorlopende opname tijdens stamceltransplantatiefase’ (198881, 198882, 198883, 198884, 198885) kan worden geregistreerd als er sprake is van een doorlopende opname in een vervolgtraject tijdens de transplantatiefase (behalve bij BRCA1-studie). Als de klinische opname van een patiënt in de transplantatiefase langer duurt dan het eerste subtraject van 120 dagen, dan kan de zorgactiviteit 'doorlopende opname tijdens stamceltransplantatiefase' in een volgend subtraject geregistreerd worden.
57. Nazorg stamceltransplantaties (192079, 192080, 192087, 192098, 192099)
Een zorgactiviteit ‘post-transplantatietraject’ (192079, 192080, 192087, 192098 en 192099) na stamceltransplantatie wordt uitsluitend door één zorgaanbieder gedurende maximaal drie subtrajecten na een transplantatie geregistreerd tijdens een contact in het kader van de nazorg.
58. Cochleaire implantaten (pre-)implantatie (031903 en 031905)
Een zorgactiviteit ‘Cochleaire implantaten (pre-)implantatie bij volwassenen’ (031903) en ‘Cochleaire implantaten (pre-)implantatie bij kinderen’ (031905) wordt uitsluitend door één zorgaanbieder geregistreerd op de dag van implantatie.
59. Nazorg cochleaire implantaten (031904 en 031906)
Een zorgactiviteit ‘cochleaire implantaten nazorg volwassenen’ (031904) en ‘cochleaire implantaten nazorg kinderen’ (031906) wordt uitsluitend door één zorgaanbieder binnen een cochleair implantatie (CI) team geregistreerd.
60. Modulen complex chronische longaandoeningen (193200 t/m 193251)
De dbc-zorgproducten voor complex chronische longaandoeningen kenmerken zich door de modulaire systematiek, welke een separaat ontwikkeltraject hebben doorlopen. De modulen (gebaseerd op de geprotocolleerde behandelprogramma’s) zijn de eenheden (zorgactiviteiten) waarin de behandelingen worden gepland, uitgevoerd en vastgelegd. De keuzes in de behandeling worden zichtbaar in de registratie van de modulen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in basismodulen (het gemeenschappelijk deel van de behandeling) en aanvullende modulen (patiënt specifieke behandeling op basis van inclusiecriteria).
Een module mag alleen worden geregistreerd indien de patiënt voldoet aan de inclusiecriteria die voor de module gelden. De beslissing om een module in te zetten wordt genomen door de verantwoordelijke specialist en wordt expliciet vastgelegd. Ook wanneer gekozen wordt voor een klinische behandeling of het programma wordt vervolgd in dagbehandeling of poliklinische setting, dan wordt deze beslissing en overweging daarbij expliciet vastgelegd.
61. Behandelplan pulmonaal, niveau 2– complex chronische longaandoeningen (193295)
Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd in het subtraject voor de behandeling, indien de patiënt aantoonbaar voldoet aan de afbakeningscriteria voor niveau 2 zoals opgenomen in het document ‘Afbakeningscriteria complex chronische longaandoeningen’ van de Nederlandse Vereniging voor Longziekten en Tuberculose
62. Behandelplan extrapulmonaal fysiek, niveau 2– complex chronische longaandoeningen (193296)
Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd in het subtraject voor de behandeling, indien de patiënt aantoonbaar voldoet aan de afbakeningscriteria voor niveau 2 zoals opgenomen in het document ‘Afbakeningscriteria complex chronische longaandoeningen’ van de Nederlandse Vereniging voor Longziekten en Tuberculose.
63. Behandelplan extrapulmonaal psychosociaal, niveau 2– complex chronische longaandoeningen (193297)
Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd in het subtraject voor de behandeling, indien de patiënt aantoonbaar voldoet aan de afbakeningscriteria voor niveau 2 zoals opgenomen in het document ‘Afbakeningscriteria complex chronische longaandoeningen’ van de Nederlandse Vereniging voor Longziekten en Tuberculose.
64. Klinische overname uit ziekenhuis– complex chronische longaandoeningen (193298)
Wanneer een assessment in een centrum voor complex chronische longaandoeningen (CCL) direct aansluitend aan een ziekenhuisopname plaatsvindt wordt zorgactiviteit 193298 geregistreerd op de eerste dag van het subtraject.
65. Herstart na afgebroken behandeling– complex chronische longaandoeningen (193299)
Indien sprake is van een herstart na een afgebroken behandeling voor complex chronische longaandoeningen (CCL) dan wordt zorgactiviteit 193299 op de eerste dag van de herstart geregistreerd.
66. Preassessment (039696)
Een preoperatief onderzoek, uitgevoerd door een anesthesist, met als doel voorafgaand aan een ingreep een risico inventarisatie van de patiënt uit te voeren en daarmee risicoreductie te bewerkstelligen bij patiënten die in dagverpleging of in klinisch setting worden geopereerd. Deze activiteit maakt onderdeel uit van het zorgprofiel van de operateur. Deze activiteit wordt niet naast een polikliniekbezoek of consult op afstand vastgelegd.
67. Klinisch peri-operatieve zorg (039693)
Preoperatief onderzoek, peri-operatieve begeleiding en postoperatieve zorg door een cardioloog. Deze zorgactiviteit wordt door een cardioloog geregistreerd tijdens de opname van een cardiochirurgische patiënt in een instelling met een Wbmv-vergunning voor cardiochirurgie en interventiecardiologie. Deze zorgactiviteit wordt alleen in combinatie met een hartoperatie geregistreerd. Dit behandelingstraject vindt plaats in nauwe samenwerking met de thoraxchirurg.
68. Algehele anesthesie bij specialistisch onderzoek en bij verrichtingen, waarvoor geen anesthesie staat vermeld (039090)
Als deze zorgactiviteit wordt uitgevoerd binnen zorgtrajecten voor kindergeneeskunde longgeneeskunde (dbc-zorgproductgroep 990616) geldt dat deze zorgactiviteit alleen wordt vastgelegd als er een CT-scan, MRI-scan of een PET-scan van de thorax of luchtwegen onder totale narcose wordt uitgevoerd.
69. Vervallen
70. Echografie hart door kindercardioloog of cardex (039472)
De zorgactiviteit wordt geregistreerd bij verdenking op een kindercardiologische aandoening of bij een niet complexe, niet topreferente kindercardiologische aandoening. Hierbij wordt echografische beeldvorming uitgevoerd, geïnterpreteerd en beoordeeld. De zorgactiviteit wordt alleen uitgevoerd door een kindercardioloog of door een kinderarts die is opgeleid in de non-invasieve kindercardiologische diagnostiek en echocardiografie en is geregistreerd bij de sectie kindercardiologie (Cardio-expert).
71. Echografie hart complex door kindercardioloog (039473)
Uitgebreide echocardiografie bij een kind met een reeds geconstateerde topreferente kindercardiologische aandoening, uitgevoerd en beoordeeld door een kindercardioloog. Er vindt gedetailleerde beeldvorming, interpretatie en verslaglegging van de cardiale anatomie en functie plaats. De duur van het echo-onderzoek is minimaal 30minuten, waarbij gebruik gemaakt wordt van technologisch geavanceerde echocardiografieapparatuur.
Onder de zorgactiviteit omschrijving ‘echografie hart complex door kindercardioloog’ vallen ook echo-onderzoeken met analyse en beoordeling van TDI, strain, en strain rate imaging, 4D-echocardiografie, contrast echocardiografie, dobutamine stress echocardiografie en echocardiografie onder sedatie bij kinderen.
72. Opvang van het kind bij sectio caesarea door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert bij kindergeneeskunde (039508)
De opvang van het kind door een beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert in het kader van een klinische opname voor niet-complexe zorg neonatologie.
73. Begeleiding bij chronische totale parenterale voeding (TPV) (039578)
Controle van patiënt onder 18jaar op thuis TPV, inclusief reguliere laboratoriumcontroles door mdl-kinderarts.
74. Uitvoeren handelingsprotocol postmortaal wiegendood (039619)
De procedure volgens het handelingsprotocol na wiegendood van de landelijke werkgroep wiegendood.
75. Uitvoeren, begeleiden, interpreteren en bewaken door kinderarts subspecialist van diagnostische tests (039618, 039620, 039621, 039622, 039623, 039624 en 039630)
Deze zorgactiviteiten worden door de genoemde kinderarts-subspecialist geregistreerd bij een topreferente casus van een subspecialistische aandoening bij kinderen. Hierbij wordt ingewikkelde diagnostiek uitgevoerd, geïnterpreteerd, beoordeeld, begeleid en/of bewaakt wat niet door een algemeen kinderarts kan worden gedaan.
Bij een niet-topreferente patiënt van het betreffende subspecialisme wordt deze zorgactiviteit niet geregistreerd. Bij patiënten met klachten die ook door een algemeen kinderarts behandeld kunnen worden, wordt deze zorgactiviteit niet geregistreerd.
76. Begeleiding van kinderen bij de toediening van bloedtransfusies (039626)
Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd bij begeleiding van kinderen bij toediening van bloedtransfusies door een kinderarts in samenwerking met een tertiair centrum kinderhematologie of kinderoncologie.
77. Instellen of reguleren stollingsfactoren bij kinderen met ernstige stollingsstoornissen (039631)
Deze zorgactiviteit wordt geregistreerd bij patiënten met een factor VIII of IX (<5%) of bij patiënten met een van Willebrand factor (<35%).
78. Instellen metabool dieet (039637)
De zorgactiviteit wordt eenmalig geregistreerd wanneer op een metabool dieet wordt overgegaan.
79. Klinisch peri-operatieve zorg longchirurgie bij kinderen in verband met congenitale longproblematiek (039695)
De zorgactiviteit wordt eenmalig per operatie geregistreerd.
80. Aansturen door kinderarts van multidisciplinair team met medisch specialisten van ten minste 3 verschillende specialismen en / of subspecialisme(n) (190168)
Een kinderarts registreert deze zorgactiviteit één keer per subtraject voor het aansturen van een multidisciplinair team bestaande uit de kinderarts zelf en tenminste twee medisch specialisten van andere (verschillende) specialismen en/of subspecialismen binnen het specialisme kindergeneeskunde. De patiënt moet door de verschillende medisch specialismen en/of subspecialismen afzonderlijk zijn gezien. Het is niet toegestaan deze zorgactiviteit te registreren naast de zorgactiviteit voor een Multidisciplinair overleg (190005) voor dezelfde zorgvraag.
81. SKION-stratificatie (193900 t/m 193907)
Een zorgactiviteit voor een door SKION afgegeven stratificatie licht, middel of zwaar (193900 t/m 193902) of follow up (193903) wordt eenmaal per 120 dagen geregistreerd tijdens een face-to-face contact. Zorgactiviteit 193904 wordt geregistreerd tijdens het eerste face-to-face contact binnen het eerste subtraject. Indien sprake is van een recidief mag, in afwijking van het bovenstaande, binnen 120dagen aanvullend een door SKION afgegeven stratificatie zwaar worden geregistreerd. Deze zorgactiviteit (193902) wordt samen met zorgactiviteit 193907 geregistreerd in het subtraject dat op dat moment openstaat.
82. Behandeling van ernstige, uitgebreide huidaandoening met zalf (bijv. ditranol, teerzalf of wet wrap), incl. eventueel inpakken/inzwachtelen, verwijderen en reinigen van de huid (039993)
De behandeling van ernstige inflammatoire dermatosen (psoriasis en/of constitutioneel eczeem) waarbij grote delen van het lichaam zijn aangedaan. Deze zorgactiviteit is van toepassing op zalven voor lokale therapie die vermeld zijn in de richtlijnen ‘Psoriasis’ en ‘Constitutioneel eczeem’ van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV). Deze zorgactiviteit wordt per kalenderdag geregistreerd en wordt niet geregistreerd voor behandeling in de thuissituatie.
83. Erfelijkheidsonderzoek (191111, 191135 t/m 191138)
De zorgactiviteitcodes 191111, 191136 t/m 191138 worden geregistreerd op het moment dat het erfelijkheidsadvies is afgerond. Het enkelvoudig erfelijkheidsadvies (191111) bevat de voorbereiding, het gesprek zelf inclusief het opmaken van een stamboom, counseling en daarna afronding met een brief aan adviesvragers en aan verwijzers. Er is bij dit erfelijkheidsonderzoek geen vervolgonderzoek nodig.
Zorgactiviteitcode 191135 wordt geregistreerd bij het eerste erfelijkheidsadviseringsgesprek voor het meest complexe erfelijkheidsonderzoek (bij onbekende gendefect(en)).
Zorgactiviteitcode 191136 wordt geregistreerd bij een adviesaanvraag in verband met een kinderwens in geval van een autosomaal recessieve of x-linked aandoening, waarbij sprake is van heterozygoot dragerschap en waar het/de gendefect(en) bekend is/zijn.
Zorgactiviteitcode 191137 wordt geregistreerd wanneer bij een familielid van de adviesvrager eerder een erfelijke aandoening is aangetoond, de zogenaamde cascadescreening. Het gaat om een middelmatig complex erfelijkheidsonderzoek in geval van een autosomaal dominante aandoening waarbij het/de gendefect(en) bekend is/zijn.
Zorgactiviteitcode 191138 wordt geregistreerd wanneer er een onderzoek wordt gedaan in het geval de/het gendefect(en) nog onbekend of nog niet nader geduid is/zijn.
Gedurende het erfelijkheidsonderzoek worden de contactmomenten vastgelegd door middel van de reguliere zorgactiviteiten, zoals een polikliniekbezoek of telefonisch consult.
84. Lichttherapie-apparaat voor UVB-thuisbelichting (190347)
Deze zorgactiviteit wordt bij reguliere lichttherapie (die in kuren wordt gegeven en een reguliere dosis uv-licht afgeeft) eenmalig geregistreerd bij uitgifte van het apparaat. Indien gebruik wordt gemaakt van een apparaat dat een ultralage dosis uv-licht afgeeft en daardoor meerdere jaren aaneensluitend wordt gebruikt, wordt deze zorgactiviteit één keer per jaar dat het apparaat wordt gebruikt, geregistreerd.
85. Vervallen
86. Zorgactiviteiten medische psychologie (194152 t/m 194166, 194171, 194172)
De zorgactiviteiten van de medische psychologie worden uitgevoerd en geregistreerd door, of onder verantwoordelijkheid van een in het ziekenhuis werkzame BIG-geregistreerde psycholoog.
87. Post-infusietraject bij immuun effectorcel therapie (191015)
Deze zorgactiviteit wordt uitsluitend door één zorgaanbieder in maximaal drie subtrajecten na de infusie geregistreerd tijdens een contact in het kader van de nazorg.
88. Start overbruggende behandeling t.b.v. immuun effectorcel therapie (191018)
Wanneer een (medicinale) oncologische behandeling ter overbrugging tussen de aferese (fase 2) en infusie (fase 3) bij immuun effectorcel therapie start, dan wordt bij de start van de overbrugging zorgactiviteit 191018 geregistreerd. Bij kinderen met een SKION-stratificatie is dit niet van toepassing omdat eventuele (medicinale) oncologische behandeling ter overbrugging in het parallelle SKION-zorgtraject geregistreerd wordt.
89. Operatieve verwijdering van gezwellen, corpora aliena etc. (038911 en 039812)en Proefexcisie (stans of mes) (038913)
Deze zorgactiviteiten worden per excisie geregistreerd. Indien meerdere excisies worden uitgevoerd in één zitting, dan worden evenveel zorgactiviteiten geregistreerd als dat excisies zijn uitgevoerd.
90. Dialyse (192048, 192049, 192051, 192053, 192055, 192058, 192061, 192063, 039977, 039978)
Een zorgactiviteit voor dialyse wordt eenmaal per dialyse geregistreerd. Deze zorgactiviteit wordt gekoppeld aan het zorgtraject waarvoor de dialyse wordt uitgevoerd.
91. Inspanningsdiagnostiek bij verminderde inspanningstolerantie (193109)en Inspanningsdiagnostiek en -advies t.b.v. beweeginterventie (193110)
Deze zorgactiviteiten worden eenmaal geregistreerd per consult waarbij inspanningsdiagnostiek plaatsvindt, bestaande uit (minimaal) een fietsergometrie (039844 of 039845). Deze zorgactiviteiten worden geregistreerd naast andere uitgevoerde zorgactiviteiten, zoals een fietsergometrie en polikliniekbezoek.
92. Behandeling middels een apparaat voor non-invasieve ademhalingsondersteuning (030001)
Deze zorgactiviteit wordt vastgelegd voor de behandeling met een apparaat voor non-invasieve ademhalingsondersteuning.
De behandeling omvat de (proef)plaatsing, het aanmeten en leveren van het masker, het leveren van het apparaat voor non-invasieve ademhalingsondersteuning voor de (proef)periode, het uitlezen van de gegevens die gemeten zijn gedurende de (proef)periode en het evalueren van de uitkomst.
Deze zorgactiviteit wordt niet geregistreerd voor de jaarlijkse controles voor het uitlezen van het apparaat voor non-invasieve ademhalingsondersteuning.
93. Consult van de partner bij een gezamenlijk consult bij een zorgvraag infertiliteit (voor de andere partner wordt een polikliniekbezoek of een consult op afstand vastgelegd) (190069)
Wanneer tijdens een gezamenlijk consult in het kader van een zorgvraag infertiliteit bij de man een algemene en speciële anamnese wordt afgenomen en onderzoek wordt ingezet, mag zorgactiviteit 190069 in een apart zorgtraject voor de man worden geregistreerd. Voor de vrouw wordt een polikliniekbezoek of consult op afstand geregistreerd.